Tip 4     Thuisonderwijs

Formuleer je opdracht of regel positief

 

Tip 4:     Formuleer je opdracht of regel positief

Als je kind iets doet wat niet mag of onhandig is zeg dan wat het wel moet doen. We hebben de neiging om het gedrag te verbieden door te zeggen ‘doe niet dit of doe niet dat’. Maar de taal van ons brein is voor 80% in beelden en voorstellingen. En die voorstellingen zijn de instructies voor het  lichaam om mee aan de slag te gaan. Zeg je ‘niet rennen’ dan maakt je kind een voorstelling van rennen en wil het lichaam daar mee aan de slag. Maak er dus van: rustig lopen of wandelen. ‘Niet schreeuwen’ wordt ‘rustig praten’. ‘Niet op je mobiel’ wordt ‘concentreer je op je huiswerk’. En ‘maak niet zo’n rommel’, ‘zorg dat het netjes opgeruimd blijft’. Het klinkt simpel maar heeft een groot effect zul je merken.

Meer Weten?

Vind je deze tips interessant en zou je hier wel meer over willen weten en mee kunnen doen kijk dan eens naar onze online training NLP voor Leerkrachten. Deze is ook uitstekend geschikt voor ouders. Klik hiervoor op onderstaande knop.

Meer Weten!